Algemene Raadscommissie - Raadzaal

In 2021 is op verzoek van de raad een leegstandsverordening vastgesteld. In de praktijk wordt de leegstandsverordening niet toegepast omdat handhaving ervan veel capaciteit vraagt terwijl de opbrengsten beperkt zijn.
Er worden drie varianten voorgesteld. Structurele inzet op de Leegstandsverordening met het beschikbaar stellen van de financiële middelen daartoe (variant A), inzet op gezamenlijke aanpak van leegstand met een incidentele inzet op de Leegstandsverordening door inhuur expertise (variant B), inzet op de gezamenlijke aanpak van leegstand en geen inzet op de Leegstandsverordening (variant C).
et voorstel is te kiezen voor variant B. Dit voorstel richt zich op het actief aanpakken van de leegstand met gesprekken en tijdelijke invulling van panden. Dit doen we in samenwerking met vastgoedeigenaren en ondernemers. De Leegstandsverordening blijft daarbij beschikbaar als juridisch instrument, maar wordt alleen incidenteel ingezet als dat echt noodzakelijk is via inhuur van externe expertise.

Daarnaast wordt voorgesteld de Leegstandsverordening bruikbaar te maken zodat toezicht en handhaving juridisch mogelijk wordt. Dit doen we door opname van bestuurlijke boetebedragen. Ook wordt voorgesteld het werkingsgebied van de Leegstandsverordening uit te breiden met de wijkwinkelcentra.

Per 1 januari 2024 is de Verordening Fysieke Leefomgeving (VFL) in werking getreden, waarin sectorale verordeningen zijn samengevoegd. Deze blijft tot uiterlijk 2032 van kracht, daarna moeten deze regels zijn verwerkt in het omgevingsplan.
Geconstateerd is dat in de VFL de erfgoed instrumenten die de gemeente had met bestemmingsplannen niet zijn meegenomen. Tot dat dit weer kan met wijzigingen in het omgevingsplan (uiterlijk 2032); wordt voorgesteld deze instrumenten in de VFL op te nemen.
Daarnaast zijn er andere kleine technische aanpassingen noodzakelijk van de VFL. Het gaat hierbij om het herstel van kleine fouten of verduidelijking van bestaande artikelen.