Commissie

Indien aangemeld zal dit schriftelijk plaatsvinden.

NB: Indien uw fractie een B-agendapunt wenst te bespreken (of een A-agendapunt niet wenst te bespreken), dient u dit bij het vaststellen van de agenda beargumenteerd kenbaar te maken.

Het is ook raadzaam om de overige fracties hierover voorafgaand aan de fractieoverleggen te informeren, zodat zij zich daarop kunnen voorbereiden.

Het uitgangspunt in het gevoerde beleid is dat woonwagenbewoners van Hoorn de mogelijkheid geboden wordt te leven in een woonvorm die past bij hun culturele identiteit. De gemeente werkt samen met de corporatie aan het aanbieden van voldoende standplaatsen en huurwoonwagens voor de  woonwagenbewoners. Een woonvorm die past bij hun culturele identiteit is de mogelijkheid om een wooncarrière te maken op de woonwagenlocatie. Uit de inventarisatie blijkt dat er negentien personen, soms met partner en/of kind(eren), geïnteresseerd zijn in een standplaats met woonwagen. Er blijven uiteindelijk zeven personen over die in aanmerking komen voor een standplaats met woonwagen;
daarvan hebben vier personen de voorkeur voor koop en drie personen de voorkeur voor huur. Gezien de behoefte kunnen er zeven standplaatsen geboden worden. Momenteel is er nog een kavel vrij en hoeven er dus zes standplaatsen ontwikkeld te worden, waarvan drie voor de huur en drie voor de koop.
Een mogelijke uitbreiding kan op drie manieren (of een combinatie hiervan): inbreiding binnen de contouren van de huidige woonwagenlocatie, uitbreiding in aansluiting op de huidige woonwagenlocatie of uitbreiding op een andere locatie.

Indeling spreektijden:
Per fractie een eerste reactie (pitch): (max.) 1 minuten
Aansluitend debat: (max) 20 minuten
Reactie college op debat: (max.) 5 minuten
Afronding debat en conclusie advies commissie: (max.) 7 minuten

Vragen van het college aan de raadscommissie voor de meningvormende bespreking zijn:
• Wil de raadscommissie het aantal standplaatsen voor woonwagenbewoners in de gemeente Hoorn uitbreiden?
• Wil de raadscommissie het aantal standplaatsen op de woonwagenlocatie aan de Bobeldijkerweg/Zomervaart in de gemeente Hoorn uitbreiden?
• Welke randvoorwaarden wil de raadscommissie hanteren bij een mogelijke uitbreiding van de woonwagenlocatie? Stemt de raadscommissie in met het stellen van randvoorwaarden over leefbaarheid en veiligheid, bereikbaarheid en vertegenwoordiging? Wat voor voorwaarden gelden voor de woonwagenbewoners en voor de gemeente?
• Welke mogelijkheden tot uitbreiding (of de combinatie hiervan) wil de raadscommissie hanteren: inbreiding binnen de contouren van de huidige woonwagenlocatie en/of uitbreiding in aansluiting op de huidige woonwagenlocatie.
• Welke regels voor volgordebepaling voor eventuele koopstandplaatsen wil de raadscommissie toepassen? Voor huurstandplaatsen met huurwoonwagens en voor sociale huurwoningen gelden de regels van het regionale woonruimteverdelingssysteem en de nadere regels van Intermaris voor woonwagenstandplaatsen.

De looptijd van het huidige regionaal afvalbeleidsplan is verstreken. Sinds 2019 heeft Hoorn een nieuwe dienstverleningsovereenkomst met HVC, die het mogelijk maakt om op lokaal niveau afvalbeleid te maken. In twee sessies met de raad zijn de richtingen en ambities voor dit gemeentelijk grondstoffenplan (GGP) verkend. De raad wil het accent leggen op kostenbeheersing en de inwoners directer invloed even op de hoogte van de afvalstoffenheffing. De raad heeft interesse in het recycletarief, dat invulling geeft aan deze accenten. Daarnaast moet de afvalinzamelservice op vergelijkbaar niveau met nu blijven.
Ook wil de raad de gemeentelijke prestaties in het afvalbeheer de komende vijfjaar verbeteren. Inwoners is belangrijk bij de ontwikkeling en realisatie van het GGP. Dit raadsvoorstel bevat de besproken richtingen voor de te hanteren ambitie en een uit te werken scenario, gebaseerd op het recycletarief.

Indeling spreektijden:
Per fractie een eerste reactie (pitch): (max.) 2 minuten
Aansluitend debat: (max) 20 minuten
Reactie college op debat: (max.) 5 minuten
Afronding debat en conclusie advies commissie: (max.) 7 minuten

De commissie wordt gevraagd de raad te adviseren in de volgende besluitpunten:
1. Als doelen voor het gemeentelijk grondstoffenplan (GGP) te hanteren:
a. daling van de hoeveelheid restafval naar onder de 100 kilogram per inwoner per jaar én met een voorlopige ambitie van 75 kilogram per inwoner per jaar in 2023 en op de lange termijn 30 kilogram, door het stimuleren van betere afvalscheiding/meer hergebruik;
b. inwoners meer invloed te geven op de afvalbeheerkosten;
c. minimaal gelijkblijvende service voor de inwoners;
2. Het scenario “recycletarief’ te kiezen, waarbij inwoners direct gaan betalen voor een lediging van hun restatvalcontainer verder uit de werken in het GGP;
3. Het college op te dragen inwoners en maatschappelijke doelgroepen actief bij de uitwerking van het GGP te betrekken en het resultaat van de participatie als advies mee te wegen in de besluitvorming.
4. Voor de uitwerkingsfase in 2021, een budget beschikbaar te stellen van € 30.000 en deze kosten te dekken uit de afvalstoffenheffing 2021 en dit op te nemen in de leges en belastingverordening 2021.

Dit voorstel vloeit voort uit de besluitvorming van de raad op 31 maart 2020. In maart heeft de raad  opdracht gegeven de gevolgen van het omvormen van de turborotonde naar een gelijkvloerse kruising  met verkeerslichteninstallatie met drie rijstroken rechtdoor in beide rijrichtingen nader uit te zoeken. Uit  het nader onderzoek blijkt dat deze oplossing mogelijk is binnen de ruimtelijke, financiële en juridische  kaders. Het nu voorliggende ontwerp is gebaseerd op de geprognotiseerde verkeersintensiteiten volgens het  gemeentelijk verkeersmodel, waarin de nu bekend zijnde ontwikkelingen in de stad zijn opgenomen. Het  ontwerp van de omvorming van de rotonde nabij de oostelijke op- en afrit A7 (rotonde hoogheemraadschap) naar een kruising met verkeerslichten voldoet zonder aanpassingen aan de verbetering van de doorstroming. Het college vraagt de raad een besluit te nemen voor het verbeteren van de doorstroming op de  Provincialeweg tussen de A7 en het Keern, door de rotonde hoogheemraadschap om te vormen tot een  gelijkvloerse kruising met verkeersregelinstallatie en de turborotonde om te vormen tot een gelijkvloerse  kruising met verkeersregelinstallatie met in totaal vijf voorsorteerstroken (één linksaf, drie rechtdoor en één rechtsaf) in beide rijrichtingen, conform het bijgevoegde ontwerp ‘2x 3 rijstroken’. Ook vraagt het
 college de raad de omvorming van de rotonde hoogheemraadschap voor te financieren, zodat de uitvoering hiervan gelijktijdig kan plaatsvinden. Na besluitvorming start de uitvoering van het omvormen van beide rotondes na de zomervakantie 2021.

Op 12 november vindt er een informatieve sessie plaats over dit onderwerp.

Indeling spreektijden:
Per fractie een eerste reactie (pitch): (max.) 2 minuut
Aansluitend debat: (max.) 20 minuten
Reactie college op debat: (max.) 5 minuten
Afronding debat en conclusie advies commissie: (max.) 7 minuten

De commissie wordt gevraagd de raad te adviseren over de volgende besluitpunten:
1. Het knelpunt turborotonde op te lossen door de turborotonde om te vormen tot een gelijkvloerse kruising met verkeerslichteninstallatie met drie rijstroken rechtdoor in beide rijrichtingen op de Provincialeweg en dit uit te voeren binnen het eerder door de raad beschikbaar gestelde taakstellende krediet van € 8,25 miljoen;
2. Voor de uitvoering van het omvormen van de oostelijke rotonde van de op- en afrit van de A7 (rotonde hoogheemraadschap) tot een gelijkvloerse kruising met verkeerslichteninstallatie een krediet beschikbaar te stellen van € 1,6 miljoen en de jaarlijkse kapitaallasten daarvan van € 50.514 (35 jaar / 0,3%) als voorfinanciering vanaf 2022 ten laste te brengen van de reserve Poort van Hoorn;
3. Na overdracht van de wegen vanuit het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier aan de gemeente Hoorn de voorgefinancierde middelen weer terug te storten in de reserve Poort van Hoorn;
4. De bij dit besluit behorende begrotingswijziging vast te stellen;
5. De geheimhouding die het college volgens artikel 25 lid 2 van de Gemeentewet heeft opgelegd voor de bijlage 4 "Toelichting kosten 2x 3 rijstroken" op grond van artikel 10 lid 2 onder b van de Wet openbaarheid bestuur te bekrachtigen, op grond van artikel 25 lid 3 van de Gemeentewet waarbij de geheimhouding geldt totdat alle opdrachten zijn uitgevoerd.

Iedere vier jaar moet er een nieuw beleidsplan schuldhulpverlening door de raad worden vastgesteld. Om hiervoor kaders te stellen is het huidige beleid (wat bestaat uit twee beleidsstukken): Regionaal Kaderplan Westfriesland Schuldhulpverlening 2017-2020 en Beleidsvisie Integrale Schuldhulpverlening 2018-2020, geëvalueerd. De aanbevelingen uit de evaluaties worden meegenomen in de ontwikkeling van het nieuwe beleid met in het bijzonder aandacht voor een aantal (samengevoegde) aanbevelingen.
In Hoorn is in 2019 gekozen voor een beleidsmatige ‘paraplu’ in het sociaal domein: het Meerjarenbeleidsplan sociaal domein. Die bestaat uit drie opgaven: Meekomen, Rondkomen en Vooruitkomen. In een Beleidsvisie Rondkomen wordt de opgave ‘Rondkomen’ uitgewerkt. Als uitwerking van één van de drie pijlers van de opgave Rondkomen wordt daarna een beleidsvisie voor hulp bij (voorkomen van) schulden ontwikkeld. De Beleidsvisie Rondkomen wordt in maart 2021 ter besluitvorming voorgelegd. De Beleidsvisie voor hulp bij (voorkomen van) schulden 2022-2025 in december 2021.

Vanaf 2021 treedt een wetswijziging van de nieuwe Wet gemeentelijke schuldhulpverlening in werking. Dan moeten alle gemeenten in Nederland dan een verordening vaststellen waarin de beslistermijn voor hulp bij schulden wordt vastgesteld. De raad wordt voorgesteld om een verordening vast te stellen waarin onderscheid gemaakt wordt voor crisissituaties, en gezinnen met minderjarige kinderen.

Indeling spreektijden:
Per fractie een eerste reactie (pitch): (max.) 1 minuut
Aansluitend debat: (max.) 20 minuten
Reactie college op debat: (max.) 5 minuten
Afronding debat en conclusie advies commissie: (max.) 7 minuten

De commissie wordt gevraagd de raad te adviseren over de volgende besluitpunten:
1. De Beleidsvisie Integrale Schuldhulpverlening 2018-2020 voor de duur van één jaar te verlengen waarbij het college de raad informeert over de implementatie van het beleid in 2021.
2. Het college opdracht te geven tot het uiterlijk in 2021 ter besluitvorming voorleggen van een nieuwe beleidsvisie voor hulp bij (voorkomen van) schulden volgens het proces dat is opgenomen onder het kopje ‘realisatie’ in het bij dit besluit behorende raadsvoorstel.
3. In de Beleidsvisie voor hulp bij (voorkomen van) schulden 2022-2025 de aanbevelingen uit de evaluatie van het Regionaal Kaderplan Westfriesland Schuldhulpverlening 2017-2020 en de evaluatie van de Beleidsvisie Integrale Schuldhulpverlening 2018-2020 mee te nemen met in het bijzonder aandacht voor:
• Regionale (Westfriese) samenwerking voortzetten, uitbreiden en intensiveren;
• De pilot uitstroom budgetbeheer en beschermingsbewind voort te zetten;
• Gratis budgetbeheer te bieden aan inwoners en dit vast te leggen in een verordening;
• Speciale aandacht voor (ex-)ondernemers (waaronder de zzp’ers) met financiële problemen;
• Het (blijvend) vergroten van de inzichten in de schuldhulpverlening en
• Het (blijvend) vergroten van het aantal inwoners dat hulp bij schulden krijgt.
4. Ter uitvoering van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening per 2021 de 'Verordening beslistermijn hulp bij schulden gemeente Hoorn 2021' vast te stellen.

het voorstel van de Agendacommissie is om deze agendapunten niet bespreken en direct met positief advies doorgeleiden naar de raad van 8 december 2020.

Indien uw fractie een B-agendapunt wel wil bespreken, dient u dit beargumenteerd aan te geven bij het vaststellen van de agenda (agendapunt 3).
Het is ook raadzaam om de overige fracties hierover voorafgaand aan de fractieoverleggen te informeren, zodat zij zich daarop kunnen voorbereiden.

Op 6 oktober 2020 heeft het college gronden in de Bangert en Oosterpolder voorlopig aangewezen als gronden waarop een voorkeursrecht is gevestigd als bedoeld in de Wet voorkeursecht gemeenten. Dit besluit is drie maanden geldig waarna het van rechtswege vervalt. Als de gemeenteraad binnen drie maanden het voorkeursrecht vestigt op de gronden, geldt het voorkeursrecht drie jaar. Op dit moment vallen de gronden binnen een LPG-cirkel van Total tankstation waardoor het moederbestemmingsplan Bangert en Oosterpolder binnen deze cirkel is vernietigd. De onderhandelingen voor de uitkoop van LPG bij Total zijn in een vergevorderd stadium. Als de overeenkomst is getekend en het college een besluit heeft genomen, vallen de percelen niet meer binnen de LPG-cirkel en worden de gronden interessanter voor ontwikkelaars. Door de gronden aan te wijzen waarop het voorkeursrecht geldt, sorteert de gemeente voor op een verdere ontwikkeling van woningbouw in de Bangert en Oosterpolder.

De commissie wordt gevraagd de raad te adviseren over de volgende besluitpunten:
1. Op grond van de artikelen 2 en 5 van de Wet voorkeursrecht gemeenten (Wvg) gronden aan te wijzen waarop de artikelen 10 tot en met 15, 24 en 26 Wvg van toepassing zijn. Het betreft gronden gelegen in de Bangert en Oosterpolder ten oosten van De Strip en ten noorden van de Westerblokker zoals aangegeven op het bij dit besluit behorende kadastraal overzicht en de daarbij behorende perceellijst een en ander volgens de registers van het kadaster op 6 oktober 2020.
2. Dat aan onderhavige gronden een niet-agrarische bestemming wordt toegedacht, te weten “wonen en bijbehorende voorzieningen”, waarvoor binnen driejaar een nieuw bestemmingsplan (of omgevingsplan) wordt op- en vastgesteld.
3. In verband met wettelijke voorschriften wordt bij voorliggend besluit vermeld dat betrokken percelen eerder zijn aangewezen in het kader van de Wet voorkeursrecht gemeenten. Laatste aanwijzing betrof die van 24 juni 2008 op grond van artikel 8 WVG (toen geldende). Deze aanwijzing is van rechtswege vervallen op 24 juni 2011 door het niet tijdig vaststellen van een nieuw bestemmingsplan.

Per 1 juli 2021 gaat de nieuwe Wet inburgering in. Op 9 november is de raad geïnformeerd over deze nieuwe wet. Het doel van de nieuwe wet is dat inburgeraars zo snel mogelijk participeren in de samenleving. Voor het behalen van dat doel krijgen de gemeenten de regie. De voorbereidingen voor de invoering van de nieuwe wet zijn in regionaal verband (Westfriesland) gaande. Tijdens een regionale raadsledenbijeenkomst op 30 september zijn de Westfriese gemeenteraden over de nieuwe wet geïnformeerd. De zeven Westfriese gemeenten hebben een regionaal beleidskader inburgering opgesteld, waarmee zij invulling willen geven aan de nieuwe Wet inburgering. De gemeenteraad wordt gevraagd dit regionale beleidskader, bestaande uit acht beleidsuitgangspunten, vast te stellen. In het beleidskader staat het synthesescenario beschreven, als mogelijke schets van de uitvoering van de nieuwe wet. In dit scenario komt de beleids- en uitvoeringsregie bij de gemeenten te liggen. Het vervolg op dit scenario wordt nog nader uitgewerkt. Het regionale beleidskader biedt een kader voor de verdere uitwerking van de uitvoering van de nieuwe wet inburgering. Hierbij zijn de rijksmiddelen taakstellend.

De commissie wordt gevraagd de raad te adviseren over de volgende besluitpunten:
1. Het regionale beleidskader Ingeburgerd! Op eigen kracht participeren 2021-2025 vast te stellen, waarbij de belangrijkste beleidsuitgangspunten zijn:
a. uitvoering vindt plaats binnen de rijksmiddelen
b. integrale aanpak
c. regionale samenwerking
2. In te stemmen met de verdere uitwerking en vormgeving van de uitvoering, binnen de kaders van het beleidskader en het daarin beschreven synthesescenario, waarbij de belangrijkste punten zijn:
a. beleids- en uitvoeringsregie bij gemeenten
b. de inburgeraar is gebaat bij één cliëntregisseur, die overzicht houdt en samenhang bewaakt op het inburgeringstraject en één regisseur van lokale sociale voorzieningen
3. De middelen die het Rijk beschikbaar stelt voor 2020, 2021 en verder voor de nieuwe wet inburgering (invoeringsgelden, uitvoeringsgelden en programmagelden) in te zetten voor de implementatie en uitvoering van de nieuwe Wet inburgering, waarbij:
a. de invoeringsgelden worden beschikbaar gesteld voor het regionale project inburgering.
b. de uitvoerings- en programmagelden worden beschikbaar gesteld voor de lokale en regionale uitvoering van de nieuwe Wet inburgering.
4. De rijksmiddelen zijn taakstellend voor de uitvoering(skosten) van de nieuwe Wet inburgering.